Een dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een complexe aandoening van de hartspier die veroorzaakt wordt door erfelijke en omgevingsfactoren. DCM is een vorm van hartfalen die met name voorkomt bij jong volwassenen die midden in het leven staan. De diagnose DCM wordt vaak gevolgd door een chronisch behandeltraject dat er met name op gericht is om het hart goed te ondersteunen en klachten van kortademigheid weg te nemen. Onderzoek naar erfelijkheid middels DNA-onderzoek is een belangrijk onderdeel van de diagnostiek bij een patiënt met DCM. Het vinden van een verandering in het DNA kan gevolgen hebben voor de behandeling en prognose van een patiënt, maar ook voor zijn/haar familie.
In zijn totaliteit schetst dit proefschrift een compleet beeld van een prevalente, maar complexe aandoening waarbij erfelijkheid een grote rol speelt. Het onderzoek toont aan dat in 1 op de 5 patiënten met DCM een erfelijke factor wordt gevonden, waarbij het vaakst veranderingen worden gevonden in het TTN gen. Veranderingen in TTN maken het hart gevoelig voor ritmestoornissen doordat er meer littekenweefsel gevormd wordt. Echter reageren de meeste patiënten met een TTN mutatie goed op de huidige medicatie, in tegenstelling tot patiënten die een verandering hebben in een ander gen. Een verandering in TTN leidt tot een verandering in de stofwisseling van het hart, en het aangrijpen van deze stofwisselingsverandering kan een toekomstige behandelstrategie worden voor deze specifieke groep patiënten.
Het is niet zo dat iedereen met een genetische verandering ook DCM zal ontwikkelen. Echter kunnen we op dit moment nog niet goed voorspellen wie wel, en wie niet DCM ontwikkelt. In dit proefschrift beschrijven we andere veranderingen in het DNA die de uiting van een verandering in het TTN gen kunnen beïnvloeden. Met andere woorden, iemand met een TTN mutatie én nog een andere erfelijke mutatie zal DCM op jongere leeftijd ontwikkelen, dan iemand met alleen een TTN mutatie.
Door gebruik te maken van andere bronnen van informatie hebben we beter onderscheid kunnen maken tussen patiënten met een genetische verandering. We hebben aangetoond dat elke patiënt uniek is, en dat elke genetische verandering andere gevolgen heeft voor het hart. Deze inzichten zorgen er voor dat we beter en gerichter onderzoek kunnen inzetten en tevens kunnen behandelen.
De impact van genetisch onderzoek voor familieleden van een patiënt moet niet onderschat worden. Er zijn momenteel zorgvuldige protocollen die als doel hebben om familieleden te screenen en eventueel DCM in een vroeg stadium vast te stellen, zodat behandeling tijdig kan starten. In dit proefschrift tonen we aan dat een nieuwe analysemethode van echobeelden familieleden kan identificeren die DCM zullen ontwikkelen. Op deze manier kunnen de familieleden die het meeste baat hebben bij verdere screening door de cardioloog er in een vroeg stadium worden uitgepikt.
Genetica is een dynamisch vakgebied. Dit heeft er toe geleid dat de toegang tot genetisch onderzoek makkelijker en goedkoper is geworden in de afgelopen jaren. De interpretatie van de genetische uitslagen voor de behandeling van de patiënt en diens familie is een belangrijke vertaalslag die we nu aan het maken zijn. Dit proefschrift draagt belangrijke informatie bij aan deze vertaalslag, en geeft een aanzet voor betere kosten-effectiviteit van de zorg, en een uitzicht op betere diagnostiek en behandeling van DCM-patiënten en diens familieleden.

Op 8 januari 2021 promoveerde Job Verdonschot aan de Universiteit van Maastricht op zijn proefschrift 'Causes and Consequences: Integrating genotype and phenotype to redefine disease diagnostics and therapeutics'.